Tag: Job

  • 130. Troost

    Is er ook een podcastaflevering over troost? Dat was de vraag die Wieteke deze keer kreeg. Daarvoor deze week een schitterende tekst uit Job. Over tegenslag, proberen te troosten en een tekst waar je zelf ook troost uit kunt halen. Deze aflevering heet Troost. Luister via alle bekende kanalen (#spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts) en natuurlijk via onze website www.gelukkigdemens.nl/130-troost of je eigen podcastapp Job 7: Is het aardse leven van de mens geen slavendienst, brengt hij zijn dagen niet door als een dagloner? Als een slaaf smacht hij naar schaduw, als een dagloner wacht hij op zijn loon. Maanden van leegte heb ik ervaren, nachtenlang werd ik door ellende overmand. Als ik ga slapen, vraag ik: “Wanneer sta ik weer op?” Maar de avond duurt en duurt en onrust vervult me tot de ochtendwind komt. Mijn lichaam is met wormen en korsten bedekt, mijn huid verschilfert en laat los. Mijn dagen gaan sneller dan een weversspoel, ze haasten zich naar een einde zonder hoop. Bedenk toch: in een zucht is mijn leven voorbij, nooit weer zal mijn blik het goede aanschouwen. Het oog dat op mij is gericht, zal niets zien: u kijkt naar mij, maar ik zal er niet zijn. Zoals wolken verwaaien en verdwijnen, zo daalt de mens voorgoed af in het dodenrijk. Naar zijn huis keert hij niet terug en zijn woonplaats zal hem niet meer kennen. Maar ik zal mijn mond niet houden, zo beklemd als mijn hart is, zal ik spreken, zo bitter als mijn ziel is, zal ik klagen. Ben ik de zee of het zeemonster? Moet u mij daarom bewaken? Want als ik zeg: “In mijn bed vind ik troost, mijn slaap zal mijn verdriet verzachten,” dan schrikt u mij met dromen op, en de beelden die ik zie, jagen me angst aan. Liever zou ik gewurgd worden en sterven dan in dit lichaam blijven. Ik kan niet meer, ik zal niet eeuwig leven; laat mij toch met rust, mijn dagen zijn al vluchtig. Waarom acht u de mens zo hoog? Waarom krijgt hij al die aandacht van u? Elke ochtend dringt u zich aan hem op, u onderzoekt hem, elk ogenblik opnieuw. Wanneer wendt u uw blik eens af, wanneer gunt u mij even rust, zodat ik kan slikken? Heb ik gezondigd? Heb ik u iets misdaan, bespieder van de mens? Waarom hebt u mij tot mikpunt gekozen? Ik ben mezelf al tot last. Waarom negeert u mijn misstappen niet? Waarom gaat u niet voorbij aan mijn fouten? Weldra zal ik tot stof zijn vergaan, u zult naar me zoeken, maar ik zal er niet zijn.’

  • 75. Echte Vrienden

    https://soundcloud.com/gelukkigdemens/75-echte-vrienden/s-XxeiCymSi8K?si=2688cc4f0d624f6d8569c000248456fe

    Deze week hebben we een schitterende tekst van Job. Een tekst die gaat over vriendschap, oordelen, er onvoorwaardelijk voor elkaar zijn. Wat doe je als de wereld van een dierbare instort? Wijs je de les, luister je, oordeel je? Is het de eigen schuld? Of niet? Maakt het iets uit?Luister deze week naar wat Job overkomen is en hoe hij en zijn vrienden daarmee omgaan.

    Deze aflevering heeft de titel: Echte vrienden.  Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/75-echte-vrienden of je eigen podcastapp.

    Job 19:1-22  

    Hierop antwoordde Job:
    ‘Hoe lang blijven jullie mij nog pijnigen,
    hoe lang nog martelen met woorden?
    Keer op keer beschimpen jullie mij,
    is het geen schande mij zo te vernederen?
    Als ik werkelijk gedwaald heb,
    dan is het toch míjn dwaling?
    Als jullie werkelijk jezelf zoveel beter wanen
    en mijn vernedering terecht vinden,
    weet dan dat God zich tegen mij gekeerd heeft,
    dat hij zijn netten om mij samentrekt.
    Ik schreeuw: “Onrecht!” – maar krijg geen antwoord.
    Ik roep om hulp – maar vind geen recht.
    Mijn weg verspert hij met een muur,
    de paden die ik ga hult hij in duisternis.
    Hij heeft me van mijn eer beroofd,
    de kroon is van mijn hoofd genomen.
    Hij heeft mij omvergehaald, ik lig terneer;
    mijn hoop heeft hij ontworteld als een boom.
    Hij is in woede tegen mij ontstoken
    en heeft mij tot zijn aartsvijand gemaakt.
    Zijn troepen hebben zich verzameld
    en banen zich een weg naar mij,
    ze slaan hun kampen op rondom mijn tent.
    Mijn verwanten heeft hij van mij verwijderd,
    ik word verloochend door mijn vrienden.
    Mijn familie ziet mij onverschillig aan,
    mijn vertrouwelingen kennen mij niet meer.
    Ik ben een gast voor mijn bedienden en slavinnen,
    een vreemdeling ben ik voor hen geworden.
    Ik roep mijn slaaf, hij antwoordt niet,
    ik moet hem smeken.
    Mijn vrouw walgt van mijn adem,
    mijn eigen broers deinzen terug omdat ik stink.
    Zelfs jongeren verachten mij,
    ze spreken smalend als ik opsta.
    Ik word verafschuwd door mijn naaste vrienden,
    ieder die ik liefheb keert zich tegen me.
    Mijn botten steken door mijn magere vel,
    alleen het vege lijf heb ik behouden.
    Heb medelijden, vrienden, heb medelijden met mij,
    want de hand van God heeft mij getroffen.
    Waarom vervolgen jullie mij, zoals God?
    Waarom houden jullie nooit op mij te belasteren?

Volg ons nu op:

Ontvang een e-mail bij nieuwe afleveringen

We gebruiken het programma Mailchimp om je op de hoogte te houden van nieuwe afleveringen. Door op de knop 'Abonneren' te drukken ga je akkoord dat Mailchimp jouw gegevens verwerkt. Je kunt je op elk moment uitschrijven voor deze e-mails.