Tag: Jona

  • 44. Werkelijk horen

    Hij zal in uw midden profeten laten opstaan, profeten zoals ik. Naar hen moet u luisteren. U hebt de HEER daar immers zelf om gevraagd, toen u bij de Horeb bijeen was? U zei: ‘Wij kunnen het stemgeluid van de HEER, onze God, en de aanblik van dit enorme vuur niet langer verdragen; dat overleven we niet.’ De HEER heeft toen tegen mij gezegd: ‘Zij hebben goed gesproken. Ik zal in hun midden profeten laten opstaan zoals jij. Ik zal hun mijn woorden ingeven, en zij zullen het volk alles overbrengen wat ik hun opdraag. Wie niet wil luisteren naar de woorden die zij in mijn naam spreken, zal ik ter verantwoording roepen. Maar als een profeet de euvele moed heeft om in mijn naam iets te zeggen dat ik hem niet heb opgedragen, of om in de naam van andere goden te spreken, dan moet hij ter dood gebracht worden.’ Misschien vraagt u zich af: Is er een manier om te bepalen of een profetie al dan niet van de HEER komt? Die is er inderdaad: als een profeet zegt te spreken in de naam van de HEER, maar zijn woorden komen niet uit en er gebeurt niets, dan is dat geen profetie van de HEER geweest. Heb geen ontzag voor een profeet die zich dat aanmatigt.

    In deze aflevering heeft Wieteke het over de Jona paradox. Wil je de aflevering over Jona nog een keer terugluisteren, ga dan naar: https://www.gelukkigdemens.nl/19-de-stroom/ of zoek in je podcast app naar aflevering 19. De stroom.

    En de antwoorden op de prijsvraag mogen naar: gelukkigdemens@gmail.com

  • 19. De stroom

    Deze keer leest Wieteke Jona 2:3-11

    ‘In mijn nood roep ik de HEER aan
    en hij antwoordt mij.
    Uit het rijk van de dood schreeuw ik om hulp –
    u hoort mijn stem!

    U slingerde mij de diepte in, naar het hart van de zee.
    Door kolkend water ben ik omgeven,
    zwaar slaan uw golven over mij heen.
    Ik dacht: Verstoten ben ik, verbannen uit uw ogen.
    Maar eens zal ik opnieuw
    uw heilige tempel aanschouwen.

    Het water stijgt tot aan mijn lippen,
    muren van water storten op mij neer,
    zeewier om mijn hoofd verstikt mij.
    Ik zink tot de bodem, waar de bergen oprijzen,
    naar het rijk dat zijn grendels voorgoed achter mij sluit.
    Maar u trekt mij levend uit de dood omhoog,
    o HEER, mijn God!
    Nu mijn levensadem mij verlaat
    roep ik u aan, HEER,
    en mijn gebed komt tot u
    in uw heilige tempel.

    Zij die armzalige afgoden vereren,
    verlaten u, trouwe God.
    Maar ik zal mijn stem in dank verheffen
    en u offers brengen;
    mijn geloften los ik in.
    Het is de HEER die redt!’

    Toen, op bevel van de HEER, spuwde de vis Jona uit op het land.

Volg ons nu op:

Ontvang een e-mail bij nieuwe afleveringen

We gebruiken het programma Mailchimp om je op de hoogte te houden van nieuwe afleveringen. Door op de knop 'Abonneren' te drukken ga je akkoord dat Mailchimp jouw gegevens verwerkt. Je kunt je op elk moment uitschrijven voor deze e-mails.