Tag: Klaagliederen

  • 140. Zing een klaaglied

    Deze week een klaaglied. Wat anders dan een klaaglied? Zing! Zing een klaaglied. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Zing een klaaglied via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/140-zing-een-klaaglied of je eigen podcastapp. Klaagliederen 2:11-22 Mijn ogen zijn door tranen verteerd, mijn ingewanden staan in brand, mijn maag keert zich om – vanwege de wonden van mijn volk, omdat kind en zuigeling versmachten op de pleinen van de stad. Ze blijven hun moeders vragen: ‘Is er geen brood en wijn?’, versmachtend op de pleinen van de stad, als gewonden op het slagveld; in de armen van hun moeders stroomt het leven uit hen weg. Waarmee zal ik je vergelijken, welk voorbeeld kan ik je tonen? Waaraan zal ik je gelijkstellen, mijn stad? Hoe kan ik je troosten? Wijd als de zee gapen je wonden – wie kan je genezen? Je profeten hebben je bedrogen met valse visioenen – hadden ze maar je wandaden onthuld om je lot nog te keren! Ze hebben je valse orakels verkondigd om je te misleiden. Allen die voorbijgaan wringen de handen als ze jou zien; ze sissen van afschuw, schudden meewarig het hoofd. Al je vijanden sperren hun mond naar je open; ze fluiten, grijnzen en spotten: ‘We hebben haar verwoest! Ja, dit is de dag waarop we hoopten, hiernaar hebben wij uitgezien!’ Het hart van het volk schreeuwt tot de Heer. – O muur van mijn stad , laat je tranen stromen als een rivier, dag en nacht, aan één stuk door; gun je ogen geen rust. Weeklaag in de nacht, jammer tot aan de ochtend, stort je hart uit als water, ten overstaan van jouw God. Hef je handen naar Hem op, voor het leven van je kinderen, die op elke straathoek van honger versmachten. Moeten vrouwen de kinderen eten die ze zelf hebben gebaard? Moeten priester en profeet worden gedood in het heiligdom? Op straat liggen de lijken van mannen, jong en oud, mijn meisjes en mijn jongemannen zijn gevallen door het zwaard; de kinderen die ik baarde en grootbracht, worden door mijn vijand gedood. Op de dag van de toorn kan niemand ontkomen, niemand overleeft;

  • 87. Misschien is er hoop

    "Ik heb een heel zwaar leven". Brigitte Kaandorp beschreef het al eens in een nummer. En soms valt het ook allemaal niet mee en is het zwaar. In de bijbel zijn er ook prachtige gedichten over geschreven. Deze week leest Wieteke bijvoorbeeld Klaagliederen, het derde lied: Hoop en wanhoop. De aflevering is te beluisteren via #spotify (ja we zitten er nog steeds op), #applepodcasts, #googlepodcasts, www.dopersduin.nl/podcast of www.gelukkigdemens.nl/87-misschien-is-er-hoop Ik ben de mens die te lijden heeft onder de stok van zijn toorn. Hij leidt mij en voert mij – in een lichtloos duister. Tegen mij heft hij zijn hand op, steeds opnieuw, dag na dag. Mijn vlees en mijn huid doet hij wegteren, en al mijn botten breekt hij. Hij sluit mij in en omringt me met gif en tegenspoed. Hij laat mij in duisternis wonen, als de doden van eeuwen her. Hij trekt een muur rond mij op, ik kan er niet uit; zwaar zijn mijn bronzen ketenen. Al schreeuw ik en roep ik om hulp, hij wil mijn gebed niet horen. Hij verspert mij de weg met rotsblokken, mijn paden maakt hij krom. Als een beer loert hij op mij, als een leeuw in het verborgene. Hij dringt me opzij, hij verscheurt me en verwoest mijn leven. Hij spant zijn boog en kiest mij als doelwit voor zijn pijlen. Hij treft mij in het hart met de pijlen uit zijn koker. Dag na dag moet ik het ontgelden in het spotlied van mijn volk. Hij verzadigt mij met bittere kruiden, hij geeft me alsem te drinken in overvloed, hij laat me mijn tanden stukbijten op stenen, hij drukt mij neer in het stof. Mijn leven is verstoken van vrede, geluk is mij vreemd geworden. Steeds denk ik: Verdwenen is mijn glans, vervlogen mijn hoop op de HEER. Gedenk mijn nood en mijn zwervend bestaan, de alsem en het gif. Telkens als ik mijn lot overdenk, ben ik diep terneergeslagen. Toch geef ik de hoop niet op, want hieraan houd ik vast: Genadig is de HEER: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen grenzen. Elke morgen schenkt hij nieuwe weldaden. – Veelvuldig blijkt uw trouw! Ik besef: mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op hem gevestigd. Goed is de HEER voor wie hem zoekt en alles van hem verwacht. Goed is het geduldig te hopen op de HEER die redding brengt. Goed is het als een mens zijn juk draagt in zijn jeugd. Laat hij neerzitten, eenzaam en geduldig, als het hem wordt opgelegd. Laat hij zich neerwerpen en stof likken, misschien is er hoop. Laat hij zijn wang bieden aan wie hem slaat, laat hij verzadigd raken van hoon. Want de Heer verwerpt niet voor eeuwig.

Volg ons nu op:

Ontvang een e-mail bij nieuwe afleveringen

We gebruiken het programma Mailchimp om je op de hoogte te houden van nieuwe afleveringen. Door op de knop 'Abonneren' te drukken ga je akkoord dat Mailchimp jouw gegevens verwerkt. Je kunt je op elk moment uitschrijven voor deze e-mails.